Herkomstonderzoek naar museale collecties in verband met roof, confiscatie of gedwongen verkoop in de periode 1933-1945

menu Skip over navigation | Sla menu over

Rapport Museale Verwervingen 1940-1948

2. Doel en opzet van het onderzoek

Geraadpleegde bronnen

De voornaamste bronnen van het zelfonderzoek van de musea bestonden uit eigen archiefmateriaal, oude aanwinstenboeken, inventariskaarten, jaarverslagen, correspondentie, dossiers op onderwerp, de financiële administratie – in al deze vormen van registratie en documentatie kan waardevolle herkomstinformatie zijn opgeslagen over de museumaanwinsten uit de periode 1940-1948.

Sommige musea gingen verder en bestudeerden ook documentatie van andere instanties die een rol hebben gespeeld bij de verwerving van voorwerpen (bijvoorbeeld gemeentelijke diensten en commissies, met het museum verbonden verenigingen en stichtingen, enzovoort). Daarnaast speelde mondelinge informatie een rol bij het onderzoek: oud-medewerkers en oud-bestuursleden van de musea konden soms waardevolle gegevens verstrekken over de collectievorming in het tijdvak 1940-1948.

Bij vervolgstudie door de onderzoeker van de commissie werd gebruik gemaakt van archieven van Nederlandse overheidsorganen die bij recuperatie en rechtsherstel betrokken zijn geweest, en archieven van instellingen en personen die ten dienste van de bezetter werkzaam zijn geweest. De belangrijkste hiervan zijn terug te vinden in het inmiddels onmisbaar geworden overzicht van Archieven joodse oorlogsgetroffenen, samengesteld door J.M.L. van Bockxmeer, P.C.A. Lamboo en H.A.J. van Schie.[#2] Van de aldaar genoemde archieven zijn vooral die van de snk en het nbi veelvuldig geraadpleegd (zie paragraaf 4.8). Tevens is gebruik gemaakt van enkele archieven van particuliere instellingen. Zo heeft het veilinghuis Sotheby’s de archieven van de firma Mak van Waay te Amsterdam welwillend opengesteld voor het onderzoeksproject, en heeft het Joods Maatschappelijk Werk de commissie vele waardevolle gegevens verstrekt die ontleend waren aan het archief van de Stichting Jokos[#3] te Amsterdam. Naast de archieven in eigen land is incidenteel gebruik gemaakt van bronnenmateriaal uit archieven in Duitsland (het Bundes- en Landesarchiv in Berlijn) en de Verenigde Staten (de National Archives in Washington D.C.).

Terug naar het overzicht